Houtstook

Het lijkt zo gezellig: een knisperend haardvuur op een koude winteravond of een barbecue op een zomerse dag in het park. Maar het stoken van hout zorgt voor houtrook en fijnstof en dat is schadelijk voor de gezondheid.

GGD Amsterdam vindt daarom dat we zoveel mogelijk moeten stoppen met het stoken van hout. Dat geldt voor houtvuren, open haarden, vuurkorven en ook voor nieuwe kachels.

Houtrook en gezondheid

Houtrook is voor iedereen ongezond. Maar vooral mensen met een longziekte, ouderen en kinderen zijn kwetsbaar voor de rook van een houtvuur of barbecue.  Door houtrook in te ademen, kun je directe klachten krijgen aan de luchtwegen. Je moet bijvoorbeeld hoesten of kunt je benauwd voelen. Daarnaast bevat houtrook stoffen die kunnen leiden tot hart- en vaatziekten en longkanker.

Toename van fijn stof

Tijdens het verbranden van hout komt bovendien een mengsel aan stoffen vrij die schadelijk zijn voor de gezondheid. De belangrijkste hiervan is fijnstof. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is de aanpak van houtstook de meest effectieve manier om de blootstelling aan fijn stof te verlagen.

Meer overlast door houtrook

Het aantal meldingen over houtrookoverlast groeit al jaren. Sinds 2020 worden meldingen van de Stookwijzer doorgestuurd naar de GGD Amsterdam. De Stookwijzer is een website van de Rijksoverheid, die stokers adviseert op welke dagen er beter geen hout gestookt kan worden en waar overlast gemeld kan worden. Meldingen van bewoners zijn belangrijk om de mate van overlast in beeld te brengen.

Ook nieuwe kachels stoten houtrook uit

Hoewel moderne kachels minder uitstoten dan oudere houtkachels of open haarden, zorgen ze nog steeds voor fijnstof. Deze nieuwe kachels worden namelijk vaak meer en langer gebruikt. We raden daarom aan over te stappen op een ander soort verwarmingsbron, zonder vervuilende en ongezonde uitstoot.

Vragen?

Neem dan contact op met team Milieu en Gezondheid van de GGD Amsterdam

Meer informatie over houtrook