Leestekst
Weet u niet zeker of u uw kind wel of niet moet laten vaccineren? Op deze pagina geven we antwoord op veel vragen over vaccineren.
Neem contact op met de GGD
-
Bel ons: 020 555 5961
-
Of bel de Twijfeltelefoon 088 755 5777 Hier krijgt u ook informatie in het Engels, Turks en Arabisch. De Twijfeltelefoon heeft ook een eigen website: Twijfeltelefoon.nl
Waarom vaccineren we kinderen?
Vaccinaties helpen ernstige infectieziekten te voorkomen. Zonder vaccinatie kan je kind daar erg ziek van worden. Je kind kan in het ziekenhuis belanden, schade overhouden en in zeldzame gevallen zelfs overlijden.
Voordelen van vaccineren
Bescherming tegen ernstige ziektes
Vaccinaties beschermen uw kind tegen een groot aantal ernstige ziektes. Voorbeelden van deze ziektes zijn: bof, mazelen, kinkhoest, RS-virus en meningokokken. Deze ziektes zijn ernstig omdat je kind er erg ziek van kan worden. Ook gezonde kinderen kunnen erg ziek worden van deze ziektes. En je kind kan schade overhouden aan de ziekte, zoals doof worden.
Je beschermt ook anderen
Als voldoende kinderen gevaccineerd zijn, is de kans heel klein dat één van de infectieziekten uitbreekt. Dan zijn ook andere kinderen beschermd. Bijvoorbeeld kinderen die te jong zijn om gevaccineerd te worden en kwetsbare kinderen die niet gevaccineerd kunnen worden.
Jonge kinderen en kwetsbare kinderen zijn extra gevoelig voor infectieziektes. Zij hebben het meeste kans erg ziek te worden of zelfs te overlijden.
Vaccineren blijft belangrijk
Infectiezieken komen de laatste jaren weinig voor, juist doordat we kinderen vaccineren. Zonder vaccinaties kunnen deze ernstige ziekten weer terugkeren.
Bijwerkingen
Mogelijke bijwerkingen van vaccinaties
Vaccinaties kunnen soms bijwerkingen hebben. Meestal zijn de bijwerkingen niet erg en gaan ze binnen 2 dagen vanzelf over. Bijvoorbeeld:
- Pijn of een rode plek waar de vaccinatie is gezet, meestal in de arm of het been
- Niet lekker voelen of lichte koorts
In een zeldzaam geval kan een kind hoge koorts of een koortsstuip krijgen.
Autisme en vaccineren: geen verband
Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar een verband tussen autisme en vaccinaties. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat kinderen die niet gevaccineerd zijn, net zo vaak autisme hebben als kinderen die wel gevaccineerd zijn.
Werking en veiligheid
Werking van het vaccin
Een vaccinatie leert het lichaam wat het moet doen bij een ziekte. Door een vaccinatie gaat het afweersysteem aan de slag. Als uw kind daarna in aanraking komt met de ziekte, weet het lichaam van uw kind hoe het tegen de ziekte moet vechten. Daardoor wordt uw kind niet of maar een klein beetje ziek.
Als uw kind geen vaccinatie heeft gehad, is het lichaam van uw kind niet altijd sterk genoeg om de ziekte te bestrijden. Daarom kan een kind erg ziek worden, in het ziekenhuis belanden of blijvende schade oplopen.
Veiligheid van het vaccin
Vaccineren is veilig omdat elk vaccin uitgebreid wordt getest, onder duizenden deelnemers. Pas daarna wordt het vaccin goedgekeurd. Mogelijke bijwerkingen worden steeds in de gaten gehouden.
Farmaceutische bedrijven hebben geen invloed
Farmaceutische bedrijven hebben geen invloed op het Rijksvaccinatieprogramma. De minister neemt besluiten op advies van de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad doet onafhankelijk onderzoek naar medicijnen en geeft adviezen.
Wat zit er in een vaccin
Bestanddelen in een vaccin
In een vaccin zitten 3 groepen bestanddelen:
- Werkzame stoffen: een klein verzwakt deeltje virus of bacterie dat ervoor zorgt dat het lichaam van uw kind aan de slag gaat. Dit zorgt ervoor dat het lichaam van uw kind weet hoe het tegen deze ziekte kan vechten.
- Hulpstoffen: deze stoffen helpen het lichaam van uw kind om goed te reageren op de werkzame stoffen. Deze hulpstoffen zorgen er ook voor dat we het vaccin goed en veilig kunnen bewaren.
- Reststoffen: deze stoffen blijven over nadat het vaccin is geproduceerd. Dit gaat om erg kleine restjes antibiotica, suikers, eiwit en zoutzuur. De hoeveelheden zijn zo klein dat ze geen invloed hebben op de gezondheid van uw kind.
Geen ongezonde stoffen in vaccins
In vaccins zitten hulpstoffen, om het vaccin goed en veilig te kunnen bewaren. Bijvoorbeeld aluminium en formaldehyde. Hulpstoffen worden in kleine hoeveelheden gebruikt, die veilig zijn. Hulpstoffen zijn goedgekeurd door gezondheidsorganisaties. Kwik komt niet voor in de vaccins van het Rijksvaccinatieprogramma.
Gelatine in het mazelenvaccin is zuiver en veilig
In het BMR vaccin zit gelatine. Gelatine kan afkomstig zijn uit varkens. Daarom maken ouders die geen varkensvlees eten zich soms zorgen of er varken in het vaccin is verwerkt. De gelatine wordt in een chemisch proces gezuiverd en afgebroken. Officiële islamitische en joodse instanties bevestigen dat ze de gelatine in vaccins als zuiver zien. En dat het veilig is om te gebruiken.
Reizen naar het buitenland
Eerder of alsnog vaccineren
Sinds 2023 zien we steeds meer mazelen besmettingen binnen en buiten Europa. Reist u naar een land waar mazelen voorkomt? Dan kunt u uw kind eerder of alsnog laten vaccineren.
Bespreek dit met de jeugdverpleegkundige van het Ouder- en Kindteam (adressen, en contactgegevens).
Meer informatie tot in details
Vaccineren blijft belangrijk
Dankzij vaccinatieprogramma’s en de hoge vaccinatiegraad in Nederland (92 tot 99 procent) komen veel ziekten, zoals difterie, bijna niet meer voor. Toch zien we helaas steeds vaker infectieziekten terugkeren, terwijl we daartegen kunnen vaccineren. Zo was er begin 2024 een grote toename van kinkhoest, waaraan 6 baby’s zijn overleden (en 2 mensen van boven de 70). Ook vrezen we een uitbraak van mazelen, en dat is een zeer besmettelijke ziekte.
Bijwerkingen
Ernstige bijwerkingen melden we altijd bij het Bijwerkingencentrum Lareb. Je kunt hier ook zelf je bijwerking melden.
Bijwerkingen van vaccinaties komen meestal niet door de ziekteverwekker (in het vaccin) die uw kind ingespoten krijgt. Ze ontstaan doordat het immuunsysteem tijdelijk overactief is.
Autisme en vaccineren: geen verband
Lees het onderzoek van de Gezondheidsraad: BMR-vaccinatie en autisme: geen aanwijzingen voor een verband | Advies | Gezondheidsraad
Ook de Nederlandse Vereniging van Autisme zegt dat autisme niet komt door vaccineren: NVA - Standpunt NVA: autisme wordt niet veroorzaakt door vaccinaties
Dat ouders vragen hebben over een verband tussen autisme en vaccinaties is niet gek. In 1998 is een artikel geschreven waarin werd beweerd dat autisme kan komen door vaccinaties. De conclusies waren onjuist. Wegens fraude is dit onderzoek snel ingetrokken. En de arts verloor zijn artsen titel. Lees hier meer over de misstanden rondom dit onderzoek: Omstreden publicatie over autisme ingetrokken
Veiligheid van het vaccin
Geneesmiddelenautoriteiten beoordelen de veiligheid van vaccins streng.
In Nederland is dat de taak van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)
In Europa is dit de taak van de European Medicines Agency (EMA)
Bijwerkingen worden in Nederland bijgehouden door Bijwerkingencentrum Lareb
Farmaceutische bedrijven hebben geen invloed
De Gezondheidsraad beoordeelt wetenschappelijk onderzoek en adviseert de minister over welke vaccins het beste zijn. Dit proces zorgt ervoor dat commerciële belangen geen rol spelen.
Wat zit er in een vaccin
Bekijken de uitlegplaat met alle stoffen die in vaccins zitten.
Op de website van het RIVM lees je ook wat er in een vaccin zit.
Alle stoffen zijn zorgvuldig gekozen en getest om te zorgen dat vaccins goed werken en veilig zijn. In de bijsluiters van vaccins (RIVM) staat per vaccin precies wat erin zit.
Over aluminium en formaldehyde
- Aluminium: deze hulpstof helpt om de afweerreactie te versterken. De hoeveelheid aluminium in vaccins is veel lager dan in bijvoorbeeld voedsel en water.
- Formaldehyde: deze hulpstof maakt het kleine stukje bacterie of virus in het vaccin onschadelijk.
De Wereldgezondheidsorganisatie bevestigt in veel studies en controles dat de gebruikte hoeveelheden veilig zijn. Vaccins worden uitgebreid getest en voortdurend gecontroleerd.