Aanpassing verkrachtingswetgeving in zicht

Column van Martine Goeman (senior medewerker mensenrechtenbeleid Nederland bij Amnesty International).

Het is bijna een jaar geleden dat ik kennismaakte met adviseurs van het Centrum Seksueel Geweld en het Steunpunt Seksueel geweld in Amsterdam. Nog voor de eerste lockdown. We bespraken de campagne van Amnesty International, #letstalkaboutyes. Met deze campagne roept Amnesty op om de verkrachtingswetgeving in Nederland aan te passen en wederzijdse instemming bij seks (consent) centraal te stellen.

Mensenrechtenschending

Verkrachting is een mensenrechtenschending en zoals de meeste lezers van deze nieuwsbrief zullen weten, komt het op grote schaal voor in Nederland. 19% van de vrouwen heeft meegemaakt dat iemand hun lichaam binnendrong zonder hun instemming. Van de mannen geeft 3% dit aan. (I&O research - 29 juni 2020).

70% van de slachtoffers verzet zich niet omdat het lichaam bevriest van angst. Uit onderzoek van I&O research blijkt dat maar 35% van de Nederlandse bevolking bekend is met deze lichamelijke reactie.

Wetgeving achterhaald

De wetgeving is in Nederland helaas hopeloos ouderwets. Wanneer dwang niet bewezen kan worden, is er volgens de wet geen sprake van verkrachting. Er is geen verantwoordelijkheid om actief te onderzoeken of de ander instemt met de seks. Dit is in strijd met internationale mensenrechtenverdragen. Niet dwang moet centraal staan om van verkrachting te spreken, maar het ontbreken van wederzijdse instemming (consent). Zoals een slachtoffer tegen me zei,

“In de huidige wet is victim blaming vastgelegd omdat de vraag naar het verzet van het slachtoffer centraal staat in plaats van het handelen van de dader”.

Actiegroep van slachtoffers

Sommige vrouwen en mannen zijn zo dapper om hun verhaal te delen in de media. Zij waren echter niet verenigd in een groep om ook samen actie te voeren en te lobbyen voor verandering. Amnesty is ervan overtuigd dat er veel kracht uitgaat van de boodschap die zij uitdragen. Zij weten als geen ander tegen welke barrières je aanloopt in de juridische procedures en hoe de verkrachtingswetgeving op dit moment onvoldoende bescherming biedt. Met dit doel heeft Amnesty International in 2020 een actiegroep bij elkaar gebracht (hierna te noemen: actiegroep).

Via het Centrum Seksueel Geweld kwam ik vorig jaar in contact met een vrouw die graag mee wilde denken over het opzetten van zo’n actiegroep. Een paar maanden later was er een krachtige groep ontstaan van acht vrouwen die een verkrachting hebben meegemaakt (de termen slachtoffer of survivor hebben niet hun voorkeur). De actiegroep stond de media te woord, schreef inbreng bij de wet en sprak met Tweede Kamerleden in Den Haag. Ze benadrukten de stem te missen van slachtoffers in het wetgevingsproces. Er werd veel óver slachtoffers gesproken in plaats van mèt hen.

Minister van Justitie komt met voorstel

Naast de inzet van de actiegroep, gingen honderden Amnesty-activisten online en offline het gesprek aan over consent bij seks. 53.000 kaarten werden naar de minister van Justitie en Veiligheid gestuurd om hem aan te moedigen de wet aan te passen.

Alle inspanningen waren niet voor niets. De minister kondigde in november 2020 aan dat hij alle vormen van onvrijwillige seks strafbaar wil gaan stellen als verkrachting. Hiertoe zal hij naar verwachting in februari een voorstel publiceren via een internetconsultatie. Daar mogen organisaties en burgers nog op reageren voordat het voorstel verder het wetgevingsproces ingaat.

De actiegroep zal zich er samen met Amnesty voor in blijven zetten dat aanpassing van de verkrachtingswetgeving in lijn met mensenrechten een feit wordt in 2021 en er veel meer wordt gesproken over consent bij seks. Het aanpassen van de wet zal er niet voor zorgen dat er geen verkrachtingen meer plaatsvinden, maar het is een belangrijke stap om de lichamelijke autonomie centraal te stellen.