Pad tot huidige pagina

Maak contact met de wanhoop en zoek samen de hoop

De mensen die Monique van Raan spreekt, wilden er niet meer zijn. Beter gezegd: ze voelden zich zo wanhopig dat ze een doodswens hadden of een zelfmoordpoging hebben gedaan. Als ze het overleven, komen ze in het ziekenhuis terecht, waar ze een advies voor vervolgbehandeling door een psychiater krijgen. Na toestemming komen de patiënten terecht bij Monique, casemanager suïcidepreventie bij GGD Amsterdam. Zij spreekt hen regelmatig tot ze aan de beurt zijn bij de geadviseerde zorg.

“Ik bel of kom langs, en vervolgens houd ik contact. Mijn doel is om deze mensen zo goed en zo snel mogelijk in zorg te krijgen. Vaak moeten ze lang wachten. Dan is het contact met mij ontzettend belangrijk.” Monique maakt ook altijd een crisisplan: heeft iemand steun? Wie kunnen ze bellen als ze zich weer zo wanhopig voelen?

De belangrijkste uitdaging? “De juiste toon aanslaan. Dat moet je goed in de vingers hebben. Anders verlies je mensen.” In het eerste gesprek probeert Monique iemands situatie goed te begrijpen. “Ik kan het me voorstellen, zeg ik dan. Wat een afschuwelijke situatie. Dat is niet niks, wat je daar allemaal vertelt. Zo maak ik contact met hun wanhoop.”

Integrale aanpak suïcidepreventie

Toch is Monique geen behandelaar. “Ik zit in het schemergebied. Ik merk dat dat in mijn voordeel werkt, net als de naam van de GGD: mensen vertrouwen me eerder.”

Monique doet dit werk nu tien jaar. Inmiddels heeft ze al zo’n 1.000 patiënten begeleid in het project Casemanagement voor Suïcidepogers. Dit project is onderdeel van de integrale aanpak voor suïcidepreventie die GGD in Amsterdam heeft opgezet. Deze aanpak wil het aantal suïcides en suïcidepogingen terugdringen door – onder andere – zelfmoordgedachten bespreekbaar te maken en mensen na een poging naar zorg toe te leiden. Ook naasten van mensen die suïcide hebben gepleegd krijgen ondersteuning.

En deze aanpak werkt: het aantal suïcides in Amsterdam neemt al jaren af. Voor het achtste jaar op rij ligt het aantal zelfdodingen in de hoofdstad rond of onder het landelijk gemiddelde.

Een effectief onderdeel van het preventieprogramma zijn de trainingen aan mensen die via hun werk in contact kunnen komen met suïcidale mensen. Denk aan deurwaarders, politiemensen of docenten. ‘Als ik mijn uitkering niet krijg, maak ik er een eind aan,’ horen zij bijvoorbeeld. Ze leren hoe ze suïcidaliteit op tijd kunnen signaleren.

Het gereedschap om met problemen om te gaan

“Suïcidaliteit is moeilijk te begrijpen: de gedachte aan verder moeten leven is soms erger dan de gedachte om dood te gaan. Veel mensen willen niet dood, maar van het probleem af. Geen pijn of kwellende gedachtes meer. Ze willen in een andere situatie verder leven,” vertelt Monique.

Niet iedereen krijgt vanaf de geboorte het juiste gereedschap mee om met problemen om te gaan, benadrukt Monique. “Sommigen hebben weinig veerkracht. Dan kun je tegenslagen minder goed incasseren. Je kunt dan het gevoel krijgen dat de emmer overstroomt.”

“Hier doe ik het voor”

“Laatst sprak ik een jongen met een goede baan bij een bank. Net vader geworden. Zijn vrouw had een postnatale depressie en zijn moeder was ernstig ziek. Hij had geen vader meer. Deze jongen wilde niet dood, maar moest alle ballen hoog houden. Ik kan goed begrijpen dat het hem te veel werd. Gelukkig heb ik hem goed naar zorg kunnen toeleiden. Yés, denk ik dan. Daar doe ik het voor.”

“Mijn drijfveer? Vijf jaar geleden heeft mijn zus zelfmoord gepleegd. Het was mijn enige zus en ze was al een tijd depressief. Dat doet ze niet, dacht ik. Maar ze heeft het wél gedaan. De pijn, het verdriet dat iemand van wie je zoveel houdt dit doet… Toen ik was opgekrabbeld, wist ik: ik moet dit werk blijven doen. Ik moet suïcidaliteit zo veel mogelijk bespreekbaar maken.”

Do’s en don’ts

Hoe reageer je als iemand zegt: ik ga er een eind aan maken? Monique: “Vraag door: wat maakt je zo wanhopig? Niet zeggen: ‘niet zo gek praten hoor. Kijk, de zon schijnt, je hebt een leuke baan, lieve kinderen.’ Nee, zoiets moet je niet wegwuiven.”

Wat dan wel? “Maak het bespreekbaar en zeg dat je je zorgen maakt. Als je snapt hoe moeilijk de situatie is, kun je uiteindelijk contact maken met de hoop. Ik vraag: ‘Wat heb jij nodig om je weer een beetje beter te voelen?’ ‘Dat mijn vriendin me terugneemt’, zeggen ze dan bijvoorbeeld. Of: ‘dat ik het aankan om mijn dementerende vader te verzorgen’. Dan bekijken we samen: wat is een eerste stap in de goede richting. Zo zet je iemand weer langzaam op een ander spoor. Ik probeer iemand weer perspectief te laten zien.”

“Aan mijn zus heb ik niet durven vragen: wat heeft je zo wanhopig gemaakt? Tot op de dag van vandaag kan ik me wel voor mijn kop slaan. Moet je nagaan hoe moeilijk zo’n gesprek is.”

Meer informatie

Voor meer informatie over de integrale aanpak Suïcidepreventie Amsterdam kunt u terecht bij projectleider Lyna Polikar, lpolikar@ggd.amsterdam.nl Praten over zelfdoding kan gratis en anoniem met 113 Zelfmoordpreventie (0800-0113) of kijk op www.113.nl