Adviesteam Seksueel Misbruik (ASM) en jongeren

Je hulpverlener maakt zich zorgen en wil advies vragen aan het Adviesteam Seksueel Misbruik (ASM). We willen je graag vertellen wat het ASM doet. Neem rustig de tijd om onderstaande  informatie door te lezen.

Je bent op deze pagina omdat er een vermoeden van seksueel misbruik is. Je hulpverlener wil je graag helpen. Omdat een situatie van (mogelijk) seksueel misbruik vaak heel ingewikkeld is, weten hulpverleners niet altijd wat ze het beste kunnen doen. In dat geval kloppen ze aan bij het Adviesteam Seksueel Misbruik (ASM) voor hulp.

In het ASM zitten specialisten uit verschillende organisaties. Deze specialisten hebben veel kennis over seksueel misbruik. Ze kunnen jouw hulpverlener dus goed adviseren hoe jij het beste geholpen bent. Om een zo goed mogelijk advies te geven, heeft het ASM informatie van hulpverleners die bij jou of je gezin betrokken zijn nodig.

Toestemming nodig

Hulpverleners mogen niet zonder toestemming informatie over jou geven. Wie die toestemming mag geven, hangt af van jouw leeftijd.

  • Ben je jonger dan 12 jaar? Dan is toestemming nodig van je ouders of verzorgers.
  • Ben je tussen de 12 en 15 jaar? Dan beslis jij samen met je ouders of je toestemming geeft.
  • Vanaf 16 jaar beslis je zelf.

Zelf beslissen als je 16 jaar of ouder bent

Als je 16 jaar of ouder bent, mag je volgens de Nederlandse wet zelfstandig beslissingen nemen. Ook heb je recht op informatie. Dit betekent dat jij zelf mag beslissen over de hulp die je krijgt. En je mag mee bepalen wat je ouders wel en niet mogen weten.

Als jouw hulpverlener vragen wil stellen aan het ASM, moet jij daar toestemming voor geven.

Wat gebeurt er met je gegevens

Na de toestemming deelt de hulpverlener jouw voorletters, geboortedatum en postcode met het ASM. Het ASM gebruikt de gedeelde gegevens alleen om jouw zaak zo goed mogelijk te begrijpen. Zo kunnen zij een beter advies uitbrengen. Het ASM doet verder niets met jouw gegevens en slaan deze ook nergens op.

Je ouders moeten zelf toestemming geven aan de hulpverlener om hun gegevens te delen. Dit geldt ook voor de gegevens van andere gezinsleden.