Pad tot huidige pagina

Vluchtelingen zijn flexibel, maar de zorg moet ook meebewegen

20 juni is het Wereldvluchtelingendag. Op deze internationale dag staan we stil bij vluchtelingen en hun rechten, behoeften en dromen. Loay Alaswadi werkt als gezondheidsadviseur bij GGD Amsterdam en ondersteunt vluchtelingen bij toegang tot de Nederlandse gezondheidszorg.

Loay: “Ik werk voor alle vluchtelingen in Amsterdam. Dat zijn niet alleen asielzoekers, maar ook mensen die al een verblijfsvergunning hebben, maar nog vrij nieuw zijn in het land. Mijn taak is om voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen. We gaan naar de asielzoekerscentra (azc’s) en geven daar voorlichting over mentale gezondheid, seksuele gezondheid, gezond eten en de Nederlandse gezondheidszorg. En we praten met beleidsmakers en politici, om de behoeften van vluchtelingen op gezondheidsgebied aan te geven.”

Beperkte toegang

Loay benadrukt: “Een van de grootste problemen waar vluchtelingen tegenaan lopen is het vinden van hun weg in de Nederlandse gezondheidszorg. Ze krijgen bijvoorbeeld te maken met een taalbarrière, culturele verschillen en institutionele discriminatie. Vluchtelingen hebben maar beperkt toegang tot de gezondheidszorg. Als je nog in de procedure van een asielaanvraag zit, heb je geen BSN. Daardoor hebben ze ook amper toegang tot het Nederlandse zorgsysteem. En dat terwijl vluchtelingen juist vaak hulp kunnen gebruiken. ”

Verbeteren door samenwerken

“Om dingen echt te verbeteren moeten beide kanten samenwerken” geeft Loay aan. “Wij geven informatie aan vluchtelingen zodat ze de gezondheidszorg beter begrijpen. Maar de zorg moet ook meer leren over de behoeften van vluchtelingen. Veel vluchtelingen hebben bijvoorbeeld trauma’s opgelopen. De wachtlijsten voor een psycholoog zijn erg lang, en dat is voor een kwetsbare groep als deze eigenlijk niet goed te doen. Vluchtelingen komen hier met passies, dromen en levenskracht. Ze willen overleven. Ze willen leven. Ze werken hard om het systeem te begrijpen, maar soms moet het systeem ook meebewegen.”

Bruggenbouwer

Loay spreekt vanuit eigen ervaring: “Ik kom uit Jemen, en ben gevlucht vanwege de oorlog daar. Ik bezocht Europa vroeger als toerist. En dan kom je hier ineens als vluchteling. Dat is niet makkelijk, zeker niet als je de juiste papieren nog niet hebt. Ik moest helemaal opnieuw beginnen: nieuwe taal, nieuwe cultuur, alles nieuw.”

Als ex-vluchteling wil hij een brug bouwen, vertelt Loay: “Ik ben er trots op dat ik beide kanten vertegenwoordig. In de azc’s vertegenwoordig ik de GGD, maar ik zie ook de andere kant. Als ik mensen zie die er mentaal doorheen zitten, dan geef ik ze een steuntje in de rug: “Zeven jaar geleden zat ik in hetzelfde schuitje. Er is hoop”. En bij de GGD kan ik vanuit eigen ervaring praten, en vluchtelingen een stem geven.”

Vertrouwen en veerkracht

“Ik wil vluchtelingen ook laten zien dat de overheid te vertrouwen is.” vervolgt hij. “Dat is voor hen niet vanzelfsprekend. Als ze horen dat ik van de GGD ben, stuit ik soms op weerstand. Maar ik kan laten zien dat het hier in Nederland anders is. De GGD is hier om te helpen.”

Ook komt hij soms mooie voorbeelden tegen van de veerkracht van vluchtelingen: “Twee weken geleden gaf ik voorlichting aan een Arabisch sprekende groep. Ze vroegen of ze mijn praatje op mochten nemen met hun mobiel. Want dan konden ze de informatie doorsturen naar vrienden in andere azc’s. Het feit dat ze hun telefoon gebruiken om dit soort dingen te delen, zegt iets over hun mentaliteit. En hoe ze elkaar helpen om verder te komen. Vluchtelingen zijn flexibel. We zijn net als water, we vormen ons naar elke omgeving waar we terechtkomen.”