Pad tot huidige pagina

Kwaliteit van de kinderopvang bewaken

Toezichthouder Wet kinderopvang

Toezichthouder Wietske van Gurp beoordeelt de kwaliteit van kinderopvanglocaties. “Geen inspectie is hetzelfde. Het is nooit wat je verwacht.”

Wietske vertelt: "Bij alle nieuwe locaties die open gaan doen we een inspectie. En we gaan 1 keer per jaar langs bij alle kinderdagverblijven en buitenschoolse opvangen die al bestaan. We voeren gesprekken met medewerkers en stellen heel veel vragen. Ook kijken we hoe het er pedagogisch aan toe gaat. En natuurlijk praten we met de leidinggevende."

"Daar maken we een rapport van. Al die rapporten worden ook openbaar gemaakt, zodat iedereen die een kinderopvang zoekt een goede keuze kan maken.”

Iedereen kan een kinderopvang openen, dus is het belangrijk dat we kritisch zijn.

Streng aan de poort

“Elke opvang die opengaat moet natuurlijk kwalitatief goed zijn”, benadrukt Wietske. “Daar doen we het voor, dus zijn we streng aan de poort. Bij de eerste inspectie zijn we extra scherp. Want iedereen kan een kinderopvang openen, dus is het belangrijk dat wij kritisch zijn.”

Misstanden en signalen

Maar ook bij locaties die al bestaan kunnen er natuurlijk dingen niet goed gaan. "We ontvangen regelmatig signalen over misstanden. Het is goed dat mensen dit bij ons melden. Dan kunnen we namelijk direct tot actie overgaan. Anonieme meldingen hebben als nadeel dat we het signaal niet meteen kunnen onderzoeken. We moeten dan eerst zorgvuldig nagaan of er voldoende concrete informatie is. Ook moeten we altijd open kunnen zijn over onze bronnen. Want het is natuurlijk wel in het belang van het kind om problemen aan te kaarten. We komen anders maar 1 keer per jaar, en we zien en horen dan niet alles.”

“Soms zijn locaties het niet eens met ons oordeel", legt Wietske uit. “Dan kan de eigenaar in bezwaar gaan, en dan komt er een zitting. De gemeente maakt tijdens die zitting ook gebruik van onze expertise, want het gaat inhoudelijk vaak over het oordeel in het rapport. Documenteren is zelfs 60% van ons werk. Dat lijkt misschien overdreven veel, maar je moet je oordeel kunnen verdedigen in de rechtbank.”

We werken niet meer met een afvinklijstje, maar gaan vooral het gesprek aan.

Stimulerend toezicht

Maar gelukkig gaat het goed bij de meeste kinderdagverblijven en buitenschoolse opvangen in onze regio. Hier kijken we hoe de kwaliteit nog beter kan. “We zijn afgestapt van het afvinklijstje. Wat we nu doen heet stimulerend toezicht”, vervolgt Wietske. “Dus niet van dit is niet goed en dit blijft achter. In plaats daarvan gaan we in gesprek over wat een verbetering zou kunnen zijn. Want het is ook een beetje gek als je zegt dat er iets fout zit, maar je gaat vervolgens niet vertellen hoe het beter kan."

Wietske: "Tijdens een inspectie zijn mensen altijd zenuwachtig. Ze zeggen daardoor soms rare dingen, of vallen stil. Dat is niet zo vreemd, want je wordt toch bekeken en beoordeeld. We proberen mensen altijd op hun gemak te stellen. Het is ook aan ons om door de zenuwen heen te prikken. Daar krijgen we zelfs communicatietraining voor. Om tot de kern te komen moeten de we namelijk wel de juiste vragen stellen. "

Open houding

“Een open houding is altijd nodig.” geeft Wietske tot slot aan. “Waarom doen ze wat ze doen… En hoe zijn ze tot dit beleid gekomen? Dat vragen we dus uit, in plaats van met het vingertje te wijzen. Het idee is dat ze zelf inschatten wat passend is, en dat wij bekijken of dat veilig en gezond is. Het is een wisselwerking: we werken allemaal in het belang van het kind.”