Opvang op een tweede stamgroep: wat zijn de eisen?

De GGD Amsterdam krijgt veel vragen over de opvang op een tweede stamgroep en de schriftelijke toestemming van ouders. Ook krijgen wij signalen dat verschillende organisaties de voorschriften niet toepassen zoals deze bedoeld zijn. Daarom hebben wij een overzicht opgesteld van veel gestelde vragen.

Wij adviseren u om dit overzicht door te nemen om te bepalen of uw werkwijze voldoet of dat aanpassing nodig is. De toezichthouders van de GGD Amsterdam gaan hier de komende tijd tijdens de inspectiebezoeken extra op letten.

Waarvoor is de opvang op een tweede stamgroep?

Het uitgangspunt van de kinderopvang is dat kinderen worden opvangen in één vaste stamgroep. Dit is belangrijk voor de stabiliteit. Als bij afname van extra dagdelen op de eigen stamgroep geen plek is, mag het kind op een tweede stamgroep worden opgevangen. Om te voorkomen dat kinderen naar een ander kindercentrum moeten uitwijken gelden ook een aantal andere eisen niet, zoals de aanwezigheid van de vaste beroepskracht en het maximaal aantal groepsruimtes.

Deze extra afname kan incidenteel zijn of structureel. Incidenteel kan een dag of dagdeel zijn. Van structurele afname is sprake als bijvoorbeeld een ouder een extra dag wil afnemen, maar de eigen groep op die dag al vol of gesloten is.

Wat zijn de eisen aan de opvang op een tweede stamgroep?

  • De periode dat een kind op de andere groep wordt opgevangen moet vooraf met ouders schriftelijk zijn overeengekomen.
    Hierbij zijn een aantal aandachtspunten:
    • de periode dat het kind in de andere groep wordt opgevangen moet duidelijk zijn. Het is niet toegestaan om een algemene toestemming te vragen, op basis waarvan een kinderopvangorganisatie kan beslissen wanneer het kind wel of niet naar een andere groep gaat.
    • een mondelinge afspraak die na de start van de opvang schriftelijk bevestigd wordt is niet voldoende.
    • schriftelijke overeenstemming kan op verschillende manieren. U kunt dit regelen met een (extra) overeenkomst, met een apart formulier of in een ouder-app.
  • In uw pedagogisch beleidsplan beschrijft u concreet uw beleid ten aanzien van het gebruik kunnen maken van dagopvang gedurende extra dagdelen.
    Welke keuzes maakt u in het aanbod? Wanneer kunnen ouders bijvoorbeeld incidenteel extra dagdelen aanvragen? En welke pedagogische voorwaarden stelt u aan de opvang op een andere groep? Hoe waarborgt u in die gevallen de kwaliteit en stabiliteit van de opvang?
  • Er is sprake van maximaal 1 andere groep
    De toezichthouder beoordeelt dit per kind en kijkt hierbij in beginsel naar de gehele opvangperiode. Bij gewijzigde omstandigheden zoals sluiting van een groep of doorstroming van het kind naar een andere groep, kan sprake zijn van een andere 2e groep.

Mag opvang in een tweede stamgroep ook de gehele contractperiode zijn?

Het uitgangspunt is dat kinderen in 1 vaste stamgroep worden opgevangen. Aan deze groep zijn ook vaste beroepskrachten verbonden. De opvang op een tweede stamgroep kan structureel zijn. Maar de bedoeling is wel dat de opvang op een tweede stamgroep tijdelijk is totdat weer plek is op de eigen groep. Er kunnen situaties zijn waarbij de gehele contractperiode geen plek is op de eigen groep. Bijvoorbeeld omdat deze groep op bepaalde dagen gesloten is. In dat geval kan de opvang op de tweede stamgroep langere tijd duren. Uiteraard moet u in deze gevallen wel waarborgen dat de opvang veilig en verantwoord is. De wijze waarop u dit waarborgt, beschrijft u in uw pedagogisch beleidsplan.

Mag u een kind opvangen op een andere groep vanwege personeelstekort?

Opvang op een andere stamgroep kan -onder de juiste voorwaarden- een passende noodmaatregel zijn om continuïteit te waarborgen. Er is dan sprake van een overtreding, maar de toezichthouder kan de omstandigheden meewegen in het handhavingsadvies. De toezichthouder kan adviseren niet te handhaven, als aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • De houder heeft aantoonbaar alle maatregelen genomen om de kwaliteitseisen na te leven die men redelijkerwijs mag verwachten van een professionele kinderopvang.
  • De opvang is voldoende verantwoord binnen de gegeven omstandigheden.
  • De werkwijze is inzichtelijk en de houder registreert afwijkingen van de kwaliteitseisen.
  • De houder stemt af met de oudercommissie en informeert de ouders.
  • De houder evalueert de gemaakte keuzes en stuurt bij waar nodig.
  • De houder wijkt niet af van essentiële kwaliteitseisen.

Over de verschillende afwegingen en aandachtspunten leest u meer in deze bijlage (PDF, 162 kB)